article banner
Door Farine Larmonie en Joost Houtsma

Fiscale eindejaarstips voor ondernemers

Fiscale eindejaarstips voor ondernemers

Het einde van 2020 nadert en dat is een mooi moment om de fiscale koers van uw onderneming te bepalen met behulp van onze eindejaarstips. Welke acties moet u nog voor het einde van dit jaar ondernemen en welke zaken kunt u juist beter uitstellen tot volgend jaar om fiscale faciliteiten te benutten? Wij hebben voor u een selectie gemaakt.

Steunmaatregelen COVID-19

Op 30 april 2020 zijn diverse fiscale steunmaatregelen gepubliceerd in verband met de coronacrisis. Onder voorwaarden konden ondernemers voor de tijdvakken april, mei en juni 2020 bijzonder uitstel van betaling krijgen voor de belasting die over deze tijdvakken op aangifte moest worden betaald (bijvoorbeeld de loonbelasting en premies en de omzetbelasting) aan de Landsontvanger. Inmiddels is de Belastingdienst aangevangen met het opleggen van aanslagen voor de tijdvakken april, mei en juni 2020. Wij willen meegeven dat op basis van de steunmaatregelen geen verzuimboetes mogen worden opgelegd in verband met het niet- of gedeeltelijk niet betalen van de belasting op aangifte over voornoemde tijdvakken.  Verder is het voor de belastingplichtige nog steeds mogelijk om voor openstaande aanslagen te verzoeken om nader uitstel van betaling dan wel een betalingsregeling te treffen met de Landsontvanger.

Verminderen winstbelasting 2019

De definitieve aangifte winstbelasting 2019 dient, indien uitstel is verleend, uiterlijk op 31 december 2020 te zijn ingediend en te worden betaald. Hoewel de tijd inmiddels dringt, is het raadzaam om goed naar de jaarrekening 2019 te kijken om te beoordelen of de verschuldigde winstbelasting over 2019 mogelijk al zou kunnen worden verminderd. Gelet op de verslechterde economische situatie op Curaçao  kan gedacht worden aan een afwaardering van debiteuren, voorraden, bedrijfsmiddelen en het vormen van voorzieningen. Uiteraard dient het een en ander goed te zijn onderbouwd en dient aan specifieke voorwaarden te zijn voldaan. Dit is tevens een aandachtspunt voor de jaarrekening 2020.

Territoriaal winstbelastingstelsel

Met ingang van 1 januari 2020 kent Curaçao een territoriaal winstbelastingstelsel en wordt niet langer de wereldwinst belast, maar slechts de voordelen die worden verkregen uit binnenlandse onderneming. Het niet-binnenlandse deel van de winst kan worden aangetoond middels een ingewikkelde berekening. De verhouding van binnenlandse en niet-binnenlandse kosten voor zover die een causaal verband houden met het inkomen van de onderneming dient hierbij te worden berekend. Voor verzekerings- en bankbedrijven geldt een afwijkende berekenwijze. Buitenlandse causale kosten van een onderneming kunnen daarom de winstbelastinggrondslag verlagen en dus de verschuldigde winstbelasting lager doen uitvallen. Het vorenstaande dient uit de administratie van de onderneming te blijken. Wij geven daarom als tip mee om het grootboek van de onderneming hierop alvast in te richten.

Tijdig opteren Curaçaose Beleggingsvennootschap

Indien de feitelijke activiteiten van een vennootschap uitsluitend of nagenoeg uitsluitend bestaan uit het verrichten van kredietuitzettingen, het beleggen in effecten en deposito’s, ontwikkelen en exploiteren van intellectuele en industriële en soortgelijke vermogensrechten en gebruiksrechten, kan onder voorwaarden verzocht worden om de status van Curaçaose Beleggingsvennootschap (“CBV”). Het winstbelastingtarief van de CBV is 0%, terwijl het normale winstbelastingtarief 22% bedraagt. Van belang is dat een bestaande vennootschap vóór het jaareinde een verzoek voor de CBV-status moet indienen bij de Belastingdienst om per 1 januari 2021 als CBV te kunnen worden aangemerkt. 

Investeringsaftrek

Indien in een jaar voor meer dan NAf 5.000 wordt geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen mag 10% van het investeringsbedrag ten laste worden gebracht van de winst van het boekjaar. Voor investeringen in onroerende zaken die zijn gelegen in het historische deel van de binnenstad van Willemstad geldt zelfs een aftrek van 30%. Tip is om dit jaar verplichtingen aan te gaan om te investeren om het drempelbedrag van NAf 5.000 te kunnen halen, zodat de investeringsaftrek kan worden geclaimd.

Giftenaftrek

Giften aan binnen Curaçao gevestigde kerkelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke en het algemeen nut beogende instellingen zijn in beginsel aftrekbaar. Giften kunnen zowel in de inkomstenbelasting als in de winstbelasting in aftrek worden gebracht voor zover zij 1% van het inkomen respectievelijk de belastbare winst en tevens NAf 500 te boven gaan. Als giften worden uitsluitend aangemerkt bevoordelingen uit vrijgevigheid en niet verplichte bijdragen voor zover aan deze bevoordelingen en bijdragen geen op geld waardeerbare aanspraak kan worden ontleend.

Fiscale eenheid winstbelasting

Op het moment dat een moedermaatschappij alle aandelen in een dochtermaatschappij houdt, kunnen beide vennootschappen verzoeken de belasting te heffen alsof de dochtermaatschappij in de moedermaatschappij is opgegaan. De fiscale eenheid biedt onder andere als voordeel dat verliezen tussen de verschillende vennootschappen onderling kunnen worden verrekend en dat activa en passiva vrij van winstbelasting kunnen worden overdragen binnen de groep. Indien bijvoorbeeld een dochtermaatschappij winstgevend is en een andere dochtermaatschappij verlieslijdend is, kan een fiscale eenheid de verschuldigde winstbelasting verlagen. De fiscale eenheid kan met terugwerkende kracht van maximaal 3 maanden worden aangevraagd. Indien de wens bestaat om per 1 januari 2021 een fiscale eenheid aan te gaan, dient het verzoek dus vóór 1 april 2021 te worden ingediend.

Terugvragen van omzetbelasting

Omzetbelasting bij leveringen en diensten kan worden teruggevraagd in het geval van oninbare debiteuren. Wanneer de debiteur de factuur (lees: de vergoeding) geheel of gedeeltelijk niet heeft betaald en de vergoeding dus niet zal worden ontvangen, kan de omzetbelasting worden teruggevraagd. Hier kan worden gedacht aan de situatie dat de ondernemer de vergoeding moet terugbetalen omdat een vermindering van de vergoeding achteraf is verleend (bijvoorbeeld door een korting op de factuur) of omdat de goederen in ongebruikte staat zijn teruggenomen. De ondernemer dient dit wel aan te tonen. Hierbij dient een schriftelijk verzoek bij de Belastingdienst te worden ingediend binnen 2 maanden na afloop van het tijdvak waarin het recht op teruggaaf is ontstaan. Het moment van oninbaarheid van een debiteur zou bijvoorbeeld kunnen blijken uit de datum waarop de beslissing tot afwaardering van de vordering heeft plaatsgevonden of een creditnota is verstuurd aan de debiteur. Een goede documentatie hiervan is aldus een vereiste. Ook in het geval omzetbelasting ten onrechte op aangifte is voldaan bestaat de mogelijkheid op restitutie van omzetbelasting. De Belastingdienst gaat in de praktijk maximaal 5 jaar terug voor het verlenen van restitutie van omzetbelasting.

Deadline jaaraangifte omzetbelasting

Onder voorwaarden bestaat de mogelijkheid om niet maandelijks, maar per kwartaal of jaarlijks aangiften omzetbelasting in te dienen. Indien jaarlijks aangifte omzetbelasting wordt gedaan, is het van belang dat 15 januari 2021 de uiterlijke indieningsdatum betreft voor de jaaraangifte omzetbelasting 2020.

Onroerendezaakbelasting

Vorig jaar is op 1 september 2019 een meldings- en aangifteplicht in werking getreden voor een ieder die op deze datum het eigendomsrecht, het bezit of een beperkt recht heeft van een onroerende zaak en die de afgelopen vijf jaar geen aanslag onroerendezaakbelasting heeft ontvangen. De meldings- en aangifteplicht is vormvrij en de aangifte diende vóór 1 maart 2020 te worden ingediend om een boete van maximaal 100% van de te betalen onroerendezaakbelasting te voorkomen. Als hoofdregel geldt echter dat de verplichting bestaat om binnen 2 maanden aangifte te doen bij de Belastingdienst indien u een onroerende zaak heeft verkregen of in het geval zich een wijziging heeft voorgedaan in de waarde van de onroerende zaak. Deze verplichting geldt ook in het geval u binnen 12 maanden na afloop van een kalenderjaar geen aanslag hebt ontvangen. Wij leiden hieruit af dat indien u in 2020 over het jaar 2019 geen aanslag hebt ontvangen, u tot 1 maart 2021 de tijd heeft om hiervan aangifte te doen bij de Belastingdienst. Ook hier geldt een boeterisico van maximaal 100% bij het niet voldoen aan de hiervoor genoemde verplichtingen. Mocht u de eerste meldings- en aangifteplicht (vóór 1 maart 2020) hebben gemist en over 2019 nog geen aanslag hebben ontvangen, dan kunt u dit in beginsel deels rechttrekken door aan deze algemene aangifteverplichting te voldoen.

Kostenvergoedingen in verband met thuiswerken

Door de coronacrisis is een groot deel van de werknemers genoodzaakt om vanuit huis te werken. Grant Thornton heeft aan het begin van de coronacrisis in een artikel eerder aandacht besteed aan de fiscale gevolgen rondom het thuiswerken. Gezien de huidige situatie waarbij het thuiswerken vanuit de overheid wordt gestimuleerd is dit des te meer reden om hier nogmaals aandacht aan te besteden. In het bijzonder aan de vergoedingen die de werkgever aan de werknemer zou kunnen verstrekken ter dekking van noodzakelijk gemaakte kosten in verband met de uitoefening van de dienstbetrekking.

Als hoofdregel geldt in beginsel dat al hetgeen een werknemer van een werkgever verkrijgt uit hoofde van zijn dienstbetrekking als belastbaar loon wordt aangemerkt tenzij sprake is van een vergoeding ter dekking van noodzakelijk gemaakte kosten voor de uitvoering van de dienstbetrekking. De vergoeding kan dan onbelast worden verstrekt door de werkgever.

Veelal bekend is dat werkgevers een vergoeding kunnen geven aan de werknemer voor internet en/of telefoon. Wanneer de telefoon- en/of internetaansluiting op naam van de werknemer staat en de werknemer hiervoor een vergoeding ontvangt, dan is deze vergoeding in beginsel volledig belast. De zakelijke kosten kunnen wel op declaratiebasis onbelast aan de werknemer worden vergoed. De werknemer zal dan moeten aantonen welke kosten gemaakt zijn in het kader van de dienstbetrekking. Als de werkgever het contract voor de telefoon- en/of internetaansluiting afsluit en deze vervolgens beschikbaar stelt aan de werknemer, dan komen de kosten rechtstreeks ten laste van de werkgever. In dit geval zal bij de werknemer een bijtelling van het privégebruik op het salaris plaatsvinden. Voor telefoon komt dit maandelijks neer op een bijtelling van minstens NAf 40 (NAf 480 per jaar) per aansluiting en voor internet op minstens NAf 50 per maand (NAf 600 per jaar) per aansluiting.

Werkgevers hebben daarnaast de mogelijkheid om computers en bijbehorende apparatuur te verstrekken aan werknemers voor zover dit noodzakelijk is voor de uitoefening van het werk. Om een ergonomisch verantwoorde thuiswerkplek te creëren voor werknemers, kan de werkgever overwegen voorzieningen beschikbaar te stellen. Hierbij kan gedacht worden aan een bureau en/of stoel. De voorzieningen blijven eigendom van de werkgever. De ter beschikkingstelling van deze voorzieningen kan onbelast plaatsvinden.

Kosten die de werknemer maakt om een opleiding te volgen, kunnen onbelast vergoed worden door de werkgever wanneer de opleiding ziet op het verwerven van loon. Vakliteratuur kan ook onbelast worden verstrekt of worden vergoed. Vergoedingen ter zake van de rente en aflossing in verband met de studieschuld van een werknemer mogen onbelast worden verstrekt met een maximum van NAf 10.000 per jaar.

De werkgever kan besluiten om de hoogte van de vaste onkostenvergoeding aan te passen of juist een vergoeding te verstrekken. Om een vaste onkostenvergoeding te verstrekken is het belangrijk dat de werknemer deze kosten in alle redelijkheid zal maken en de kosten kunnen worden onderbouwd. Hier zijn in beginsel regels voor. Indien aan de gestelde vereisten wordt voldaan dan kan de werkgever de werknemer tegemoet komen voor de extra gemaakte kosten wegens thuiswerken. Het is aan te raden om over de vaststelling van een vaste onkostenvergoeding in overleg te treden met de inspecteur ter voorkoming van discussie in de toekomst over de hoogte dan wel het onbelast zijn van de vaste onkostenvergoeding.

Wilt u meer informatie over onze fiscale eindejaarstips of heeft u andere specifieke vragen, neem dan gerust vrijblijvend contact met ons op.