article banner
Door Lennart Huijsen

Algemene bestedingsbelasting: Gaat de consument meer betalen voor zijn producten?

De omzetbelasting op Curaçao wordt vervangen door een heel nieuw stelsel van algemene bestedingsbelasting, afgekort als ABB. Een stelsel dat is afgekeken van Bonaire. De hamvraag voor de consument is of hij straks meer moet betalen voor zijn producten als de ABB wordt ingevoerd. Dit zal onder mee afhangen van de belastingtarieven in de ABB. De huidige omzetbelasting kent 6%-, 7%- en 9%-tarieven. Dit tegenover de voorgestelde ABB-tarieven van naar verluidt 9% en 14%. Zal de overheid makkelijker en meer belasting kunnen innen is de vraag voor de overheid. En wordt de ABB net als de OB afgewenteld op de consument of moet de ondernemer voor extra kosten opdraaien? Hierna geef ik twee cijfervoorbeelden.

Het grote verschil tussen de ABB en OB is dat de OB een zogenaamd cumulatief stelsel is en de ABB niet. Cumulatief wil zeggen dat elke schakel in de keten tussen invoer en de consument wordt belast. Bij de OB wordt elke levering belast. Bij de OB is de invoer van goederen belast met een tarief van 9%. De ondernemers mogen vervolgens de helft of 4,5% aftrekken in de aangifte OB. Elke volgende levering is belast met 6% OB. Ook diensten zijn belast tegen een algemeen tarief van 6%. Verhuur van onroerend goed aan toeristen wordt belast met 7% OB. Leveringen en diensten van zogenaamde luxe goederen worden belast met 9% OB. Luxe in dit verband is bijvoorbeeld verkoop van mobiele telefoons en auto’s en bioscoopbezoek of eten in een restaurant. Bij de ABB geldt een heel ander systeem van belastingheffing. De ABB valt uiteen in drie delen. Er is een heffing bij invoer met een tarief van 14%. Verder een heffing over het verrichten van diensten en een beperkte heffing over de levering van lokaal geproduceerde goederen. Aangezien op Curaçao relatief weinig goederen lokaal worden geproduceerd ga ik hier niet verder op in. Het tarief voor diensten is 9%. Net als in de OB zijn er in de ABB ook vrijstellingen, zoals bijvoorbeeld vrijstellingen voor goederen voor primaire levensbehoeften en medicijnen.

Een voordeel van de ABB is dat, wat de invoer van goederen betreft, wordt geheven bij de invoer. De daarna volgende leveringen van goederen in het binnenland zijn niet meer belast met ABB. De overheid kan dus direct bij de invoer heffen. Dat is makkelijk voor de overheid. De ondernemer krijgt bij de invoer van goederen dus direct een 14% heffing aan de broek over goederen die hij nog niet heeft verkocht. De ondernemer is hier in feite de belastingopbrengsten aan het voorfinancieren. Dit is opmerkelijk in een tijd waar je juist van de overheid een economische bijdrage zou verwachten en de ondernemers niet zwaarder te gaan belasten dan nu al het geval is. Wat als de ondernemer met een voorraad blijft zitten? Of als een deel van de voorraad verloren gaat? De ABB heeft de ondernemer al betaald, maar is niet meer in de gelegenheid om deze voorraad met ABB door te verkopen aan de consument. De ondernemer moet dan maar zien hoe hij deze ABB-schade terug kan krijgen.
Een ander probleem dat zich voordoet is als de ABB bijvoorbeeld plotsklaps wordt ingevoerd op 1 januari 2021. Ondernemers dienen dan hun administratieve systemen in een onmogelijk korte tijd aan te passen. Het zou de overheid sieren om dit soort ingrijpende wetswijzigingen ruim van te voren aan te kondigen, zodat ondernemers de tijd hebben om zich goed voor te bereiden.

Door het wegvallen van de cumulatie op opvolgende leveringen lijkt het erop dat de invoering van de ABB goedkoper uitvalt voor de consument dan nu het geval is in de OB. Dit hoeft echter lang niet altijd het geval te zijn. Als een met ABB belaste invoer van goederen wordt opgevolgd door een met ABB belaste dienst zal dit leiden tot een prijsstijging voor de consument. Vooral hotels en restaurants worden hierdoor getroffen en dat in een tijd waar je van de overheid zou verwachten dat de prijzen van deze hard getroffen sectoren niet worden opgedreven met belastingen. De overheid is hier aan zet om tarieven van 14% en 9% te heroverwegen of tegemoet te komen aan onbedoelde prijsverhogingen voor bepaalde sectoren zoals hotels en restaurants. In de twee voorbeelden hierna geef ik deze effecten weer.

Cijfervoorbeeld 1
Een kledingzaak voert kleding in met een kostprijs van 100 gulden. De kleding wordt in de winkel verkocht met een marge van 2,3 of voor 230 gulden. De invoerrechten worden in dit voorbeeld buiten beschouwing gelaten. De ondernemer berekent de OB en de ABB door aan de consumenten.

Uitwerking:
De ABB bij invoer bedraagt 14 gulden (14% x 100 gulden). De verkoop van de kleding aan de consument is niet belast met ABB. De ondernemer brengt 244 gulden (230 gulden + 14 gulden) in rekening aan de consument.
De OB bij invoer bedraagt 9 gulden (9% x 100 gulden). De ondernemer kan 4,5 gulden aftrekken in de aangifte OB (4,5% x 100 gulden). De ondernemer brengt 248,57 gulden in rekening aan de consument (230 gulden + 4,5 gulden + 6% x 234,5 gulden). De prijs voor de consument in dit voorbeeld is minder met ABB dan met OB.

Cijfervoorbeeld 2
Een hotel voert luxe voedsel in met een kostprijs van 100 gulden. Het luxe voedsel wordt in het restaurant van het hotel verkocht met een marge van 2,3 of voor 230 gulden. De invoerrechten worden in dit voorbeeld buiten beschouwing gelaten. Het hotel berekent de OB en de ABB door aan de consumenten.

Uitwerking:
De ABB bij invoer bedraagt 14 gulden (14% x 100 gulden). De verkoop van het luxe voedsel in het restaurant is een met 9% ABB belaste dienst. Het hotel brengt 265,96 gulden (230 gulden + 14 gulden + 9% x 244 gulden) in rekening aan de consument.
De OB bij invoer bedraagt 9 gulden (9% x 100 gulden). Het hotel kan 4,5 gulden (4,5% x 100 gulden) aftrekken in de aangifte OB. Het hotel brengt 255,61 gulden (230 gulden + 4,5 gulden + 9% x 234,5 gulden) in rekening aan de consument. De prijs voor de consument in dit voorbeeld is meer met ABB dan met OB. Dit komt door de hogere tarieven bij invoer en cumulatie in de heffing bij invoer gevolgd door een met ABB belaste dienst.

 

Door:

Lennart Huijsen

Partner en belastingadviseur

lennart.huijsen@cw.gt.com